Harmonisatie Tabel:
Harmoniseren van majeur and mineur toonladders...

Selecteer toonsoort en toonladder en klik "OK":

(0)
C D E F G A B
Toontrap: I ii iii IV V vi vii
Drieklanken: Cmaj Dmin Emin Fmaj Gmaj Amin Bdim
Sept. akkoorden: Cmaj7 (9,11,13) Dmin7 (9,11,13) Emin7 (9,11,13) Fmaj7 (9,11,13) G7 (9,11,13) Amin7 (9,11,13) Bmin7(♭5)
Akkoord functie: Tonica Subdominant Tonica Subdominant Dominant Subdom.,tonic Dominant
Mode: C Ionisch D Dorisch E Phrygisch F Lydisch G Mixolydisch A Aeolisch B Lokrisch
  • Relatieve mineur toonladder: A mineur

Hoe werkt het?

(Driestemmige) akkoorden ontstaan door het stapelen van tertsen. Als we dit principe toepassen op iedere opeenvolgende noot van een toonladder, dan onstaat een akkoordreeks die onderling (harmonisch) verband houdt met elkaar. Dit proces noemen we het harmoniseren van de toonladder. Wanneer we, aanvullend hierop, een extra terts toevoegen bovenop de drieklank, onstaan 4-stemmige akkoorden. De zgn. septiem akkoorden. In de harmonietabel kun je zien welke akkoorden daardoor ontstaan.

Voorbeeld van een geharmoniseerde toonladder (vierstemmig) in D:

Toontrappen:

In de eerste balk boven van de harmonietabel zie je dat iedere individuele noot in de balk eronder is voorzien van een getal, uitgedrukt in een Romeins cijfer. Deze toontrappen houden verband met akkoorden die vanaf die noot zijn opgebouwd. In de lichte muziek worden akkoordgangen -een opeenvolging van akkoorden- worden vaak weergegeven op deze wijze. Het voordeel daarvan is dat hiermee een akkoordgang uitgedrukt kan worden die onafhankelijk is van de toonsoort waarin een stuk geschreven staat.

Een bekende akkoordgang is het bijvoorbeeld het II V I schema. Wanneer we die toepassen op de toonsoort C. Dan betekent dat dat we de akkoorden: Dm (= ii), G (= V) en C (= I) moeten spelen. Hoofdlettergebruik bij de aanduiding van toontrappen duidt op majeur akkoorden; kleine letters op mineur akkoorden. Vaak ook worden de cijfers voorzien van een extra toevoeving die aangeeft om wat voor type akkoord het gaat. Meestal indien afgeweken wordt van wat de toonladder eigenlijk voorschrijft.

Zo is het zeer gebruikelijk om een ii V I akkoordgang in mineur te spelen als ii V7 i, met een (dominant) septiem ipv een mineur septiem zoals de mineur ladder voorschrijft.

Akkoordfuncties?

Modes (of kerktoonladders)

Zoals er vanaf iedere toontrap akkoorden worden samengesteld, zo ontstaan er ook nieuwe toonladders of modes. Deze bevatten dezelfde noten als de "hoofdtoonladder" met dien verstande dat ze op een vanaf een andere noot dan de grondtoon worden gespeeld. Er ontstaan daardoor een een zestal nieuwe ladders die een eigen klankkleur hebben.

  1. Ionisch
  2. Dorisch
  3. Phrygisch
  4. Lydisch
  5. Mixolydisch
  6. Eaolisch
  7. Lokrisch

www.Stat-Counter.org